Het echte probleem met productiviteit
Mijn eerste externe optreden als toentertijd nieuwbakken CPB’er was bij een expertisegesprek over het productiviteitsprobleem. De productiviteitsgroei daalt namelijk al jarenlang in Nederland. De aanwezige topambtenaren hielden één voor één gloedvolle betogen over hoe productiviteit moest worden vergroot: minder regels, meer ICT en AI, meer ondernemerschap, meer scholing, meer innovatie, meer infrastructuur, meer zorg. Alle departementen hadden een oplossing, die natuurlijk het nodige geld kostte. De beurt was aan mij. “Ik ben Marcel Timmer, kersvers directielid bij het CPB, en hiervoor hoogleraar economische groei. Ik heb twintig jaar lang productiviteit bestudeerd, en ik weet niet over welk probleem hier wordt gesproken.” De kring barstte in lachen uit. Het was mijn beste grap in jaren. Behalve dat het geen grap was. Ja, productiviteitsgroei is belangrijk. Maar waarom zou een daling altijd een probleem zijn?
Waarom productiviteitsgroei van belang is
Met productiviteitsgroei in de economie bedoelen we vaak de toename van de productie per gewerkt uur. Werknemers gaan meer goederen maken of diensten leveren in dezelfde werkweek. Productiever worden is dus geen kwestie van ieder jaar harder werken. Het is vooral ieder jaar slimmer werken. Betere machines, handigere grondstoffen, en nieuwe kennis, vaardigheden en technieken gebruiken. Kortom, met minder meer doen. Dit wordt steeds belangrijker als bron voor onze economische groei. In het verleden groeide de economie nog doordat de bevolkingsgroei meer werkenden in Nederland opleverde. Ook steeg het aantal gewerkte uren per werkende, vooral door de toenemende participatie van vrouwen. Maar de bevolkingsgroei tempert, en de meeste mensen hebben nu een baan. En we werken liever minder dan meer uren per week. Toekomstige economische groei moet uit hogere productiviteit komen. Tot zover het standaardverhaal.
[....]