
Ondanks dalende productiviteit blijven de lonen bij de overheid stijgen
Het nieuwe kabinet zal hier sterk op in moeten grijpen, aangezien deze situatie niet houdbaar is.
Inleiding
Een nieuw Kabinet komt onvermijdelijk voor de vraag te staan op welke beleidsterreinen moet worden bezuinigd. Het CPB en DNB geven met enige regelmatig aan dat bij ongewijzigd beleid op de lange termijn de overheidsfinanciën steeds verder in de knel komen. Tegelijkertijd dienen zich in de laatste jaren een aantal nieuwe grote uitgavenposten aan, zoals defensie en klimaat. Deze zullen de bezuinigingsopdracht alleen maar vergroten. Het zijn overigens niet alleen de overheidsfinanciën die in het geding zijn. Ook het groeiende beroep dat de overheid doet op de krappe arbeidsmarkt maakt het noodzakelijk om tot een fundamentele herijking te komen van de publieke dienstverlening.
Bezuinigingen richten zich dikwijls op het verminderen van de dienstverlening of het verbeteren van de productiviteit. Bij het laatste valt te denken aan het terugdringen van de administratieve lastendruk en het toepassen van innovaties. Beleidsmakers kunnen hun focus echter ook richten op het beheersen van de prijscomponent, in het bijzonder op de arbeidsbeloning. Uit onderzoek van SEO blijkt dat werknemers in de publieke dienstverlening een hogere arbeidsbeloning krijgen dan werknemers in andere sectoren en het CBS laat in een recent onderzoek zien dat in de periode 2014-2024 het beloningsverschil is toegenomen (CBS, 2025; Heyma et al., 2023). Het beheersen van de arbeidsbeloning in de publieke sector kan bijdragen aan het beheersen van de uitgaven.
[....]