
Overheidsschuld op lange termijn en de effecten van begrotingsregels
Volgens het Centraal Planbureau (CPB) stijgt de Nederlandse overheidsschuld in 2060 naar verwachting tot 126% van het bruto binnenlands product (bbp), als het huidige beleid wordt voortgezet. De vergrijzing leidt tot hogere uitgaven aan AOW en zorg, terwijl de extra belastinginkomsten en zorgpremies deze stijging onvoldoende compenseren. De ramingen bevatten bovendien nog niet de volledige kosten van de energietransitie of hogere defensie-uitgaven.
Het CPB benadrukt dat de uitkomst onzeker is: afhankelijk van economische ontwikkelingen eindigt de schuldquote in 2060 in sommige scenario’s onder de 73%, maar kan ook oplopen tot boven de 182%.
Om de schuldgroei te beperken, heeft het CPB alternatieve begrotingsregels doorgerekend. Wanneer de overheid zich structureel houdt aan bijvoorbeeld het Europese begrotingskader of een tekortgrens van 2% bbp, blijft de schuldquote aanzienlijk lager. Dat vraagt echter decennialang begrotingsdiscipline, vooral omdat de vergrijzing structureel druk blijft zetten op de overheidsfinanciën.
Deze langetermijnkeuzes hebben implicaties voor de verdeling van financiële lasten tussen generaties. Structurele hervormingen en duidelijke begrotingsregels kunnen helpen om toekomstige financiële risico’s te beperken en de schuld houdbaar te houden. Beide CPB-studies over dit onderwerp zijn vandaag gepubliceerd.
Deze samenvatting is gemaakt met behulp van AI. Originele bron cpb.nl.